Soms zak je zomaar weg

Het kan iedereen overkomen. Dat je vast zit en niet meer loskomt. Dat is rot. Het maakt vastlopen nog erger als al je vrienden op social media voortdurend succesmomenten plaatsen en stralende foto’s. Dat geeft het signaal dat zij bijzonder gelukkig zijn. Zij wel. Vooral van jongeren is bekend dat ze het daardoor moeilijk met zichzelf hebben. Want als ze zelf wegzakken, zijn ze blijkbaar de enigen. Al hun vrienden op Instagram en Tiktok hebben dat nooit. Daar gaat het signaal vanuit dat alle anderen gelukkig zijn. Maar geloof me: iedereen zit wel eens vast. Soms zak je zomaar weg.

Eén van mijn helden is de Belgische psychiater Dirk de Wachter. Hij zegt dat we lijden onder het feit dat alles altijd leuk moet zijn. Nu hij zelf kanker heeft, maken zijn woorden nog meer indruk. Een citaat:

“Ik hoop van ganser harte dat niet alleen psychiaters troosten. We hebben nu al te veel werk omdat er te weinig wordt getroost. Het wordt uitbesteed aan professionele zorgers. Troost dreigt gepsychiatriseerd te worden omdat elkaar troosten niet past in onze leukigheidscultuur. Men zegt: ‘Ga maar naar de dokter, die zal u wel troosten of een pil geven, dan voelt u het niet meer.’ Maar het is juist heel wezenlijk om in verdriet contact te hebben met uw medemens. Dat kan door iemand vast te pakken. De essentie is: wees nabij, loop niet weg. Tater niet te veel: ‘ge moet dit of ge moet dat….’
Wees stil! Dan kan de mens zelf tot een ingeving komen wat hij moet doen. De essentie van troost zit ’m in het geduldig wachten en hoopvol weten dat het goed komt; kunnen wachten zonder verwachting. Daarom is het mooi dat ik De Wachter heet.”

Dirk de Wachter schreef een boek over de kunst van het ongelukkig zijn. Want vroeg of laat komt iedereen een keer vast te zitten. Zoals ik op maandagavond 30 januari. Ik moet net boven Leeuwarden een bezinningsavond leiden. Omdat ik vroeg aankom, besluit ik nog wat rond te rijden. Op een smal doodlopend weggetje wil ik keren. Ik stuur de auto een grasdijkje op en wil achteruit terugsteken. De voorwielen slippen door. Ik rijd nog iets verder het weiland in om het met een aanloop opnieuw te proberen. Mislukt. Ik zit helemaal vast. Oliedom!
Ik laat me ophalen door de voorzitter van de kerkenraad van de dorpjes zodat de bezinningsavond door kan gaan. Een ander geeft aan dat ik de ANWB moet bellen. Als ik na lang proberen eindelijk verbinding krijg, vertelt de ANWB dat ik mijn verzekering moet bellen. Het nummer op mijn groene kaart klopt echter niet. Opnieuw de ANWB gebeld voor het goede nummer. De verzekeraar vertelt dat ze me niet kunnen helpen. Na lang wachten krijg ik het nummer van een bergingsbedrijf ‘in de buurt van Leeuwarden’. Als ik dat bel, blijkt dat bergingsbedrijf in Amsterdam te zitten. Daar krijg ik het nummer van een bergingsbedrijf uit Leeuwarden.
Dan gaat het snel. Er komt een grote bergingswagen met een lier. De chauffeur bedient de lier met de afstandsbediening en loopt naast mijn auto. Met éen hand door het open raam stuurt hij mijn auto de asfaltweg op. Hij zegt: “Meneer, u hoeft u niet te schamen. Het gebeurt zo vaak. Postbodes, HelloFreshbusjes, bijna elke dag wel een keer in het natte seizoen.” Maar ik geloof hem niet. Want niemand van mijn contacten heeft ooit op Facebook gemeld dat zijn auto vastzat. Blijkbaar ben ik de enige stommeling die dit overkomt. En ik zet het zelf ook niet op Facebook, want daar is iedereen altijd gelukkig en dat was ik even niet.
Aart Veldhuizen