Open brief aan Sinterklaas

5 december, Langweer.

Betreft: Sinterkerst & Nieuw!

Lieve Sinterklaas,

Terwijl u intussen weer veilig terug bent in het u zo geliefde Spanje, besluit ik u te schrijven. Ik schrijf u vanuit mijn diepe waardering. Ik ben een diep gelovig man die elk jaar vol verwachting op de kade staat en meeloopt in de stoet naar het feest in de Sporthal.

Ik genoot als ieder jaar van uw optreden. Ook dit keer had u weer iets wezenlijks te zeggen. U was een kerstboom aan het optuigen en u had het er over dat u met uw tijd mee moest gaan. En één van de slimme Pieten had het zelfs over Sinterkerst & Nieuw. En daarover wil ik u als eenvoudig dorpsdomineetje graag wat vertellen. Zeker, ik zag de verwarring waarin u verkeerde. Als hoogbejaard man valt u dat niet euvel te duiden. De Pieten dachten dat u zich vergiste. Ze vonden dat Sinterklaasfeest Sinterklaasfeest moet blijven en Kerstfeest Kerstfeest. Ach ja, dergelijke geluiden hoor je vaak. Maar ondertussen had u meer gelijk dan u wellicht zelf dacht. Want in werkelijkheid verenigt u als Sinterklaas veel centrale elementen van Kerstfeest en Nieuwjaar.

Dat zal ik u uitleggen aan de hand van uw kleding. Misschien wilt u – als u zich nog niet hebt omgekleed – even voor de spiegel gaan staan. U draagt een rode mantel. Het rood van die mantel is in de kerk het symbool voor de Geest van God die mensen bezielen wil. Onder uw mantel draagt u wit en paars. Welnu: paars is in de kerk de kleur van advent. Hoe passend kleedt u zich toch elk jaar, Sinterklaas! Want het klopt, dat paars. U bent jarig in advent!

Onder het rood en paars draagt u wit. Wit is in de kerk de feestkleur, de kleur van Kerst, Nieuwjaar en Pasen. Waar wij op de kade zingen: ‘Daarginds komt de stoomboot’, zingen we in de kerk ‘Kom tot ons de wereld wacht’. Als Prins der kerk heeft u dus ook iets van dat Kindeke dat met Kerst ter wereld komt. Sint en Kerst hebben meer met elkaar te maken dan u misschien ooit dacht. Beiden zijn een feest van omzien naar elkaar, verwachting, van dromen en hopen dat het beter wordt.

Er is nog iets. U hebt een mijter op en een staf in uw hand. Daarmee laat u zien dat u een bisschop bent. Blijkbaar werkt u tegenwoordig als bisschop in Spanje, maar als bisschop van Myra (een havenstad in het huidige Turkije) woonde u in 325 na Christus de kerkvergadering van Nicea bij en was u in uw eigen bisdom zeer geliefd omdat u geschenken gooide door de ramen van die gezinnen van omgekomen vissers waar diepe armoede heerste. Geweldig dat u met het wegschenken van cadeaus bent doorgegaan, nu al zeker 1700 jaren lang! U hebt het goed begrepen: de wereld wordt mooier door mensen die geschenken uitdelen. Woorden zijn namelijk alleen maar woorden. U voegt de daad bij het woord door ons jaar op jaar te overladen met geschenken. En u geeft het goede voorbeeld door 1700 jaar geleden in Myra zelfs al de armen wat extra’s toe te stoppen. En dat heeft alles met Kerstfeest te maken, met Nieuwjaar en zelfs Driekoningen.

Daarom ben ik een gelovige. En blijf ik een gelovige. Hoeveel wild geraas er af en toe zelfs rondom het Sinterklaasfeest heerst, ik blijf een diepgelovige. Sla ons niet over, Sinterklaas. Maar blijf ons inpeperen waar het om gaat in het leven: om geven!

Met nederige groet,
Aart Veldhuizen, dominee in Langweer.