Water wordt wijn

 

In mijn werk voor Zorggroep Plantein praat ik vaak met mensen die teleurgesteld zijn geraakt in het leven. Het is zo anders geworden dan ze hadden gewild. Net als op een bruiloft in Kana, waar zomaar opeens de wijn op is. Want ook al begint het leven vaak prachtig, midden in het leven, halverwege, of al eerder, kan zomaar opeens de wijn op zijn. Omdat je uit elkaar groeide. Of omdat er een ziekte kwam, of de dood toesloeg. Zomaar opeens kan je leven een vervelende wending krijgen, valt het in duigen, is de wijn op. Kan het dan ooit weer wijn worden?
U weet misschien hoe dat verhaal van de bruiloft in Kana verder gaat. Als halverwege dat feest de wijn op is, vraagt Jezus aan de bedienden of zij een stel vaten willen vullen met water en een glas water naar de ceremoniemeester willen brengen om het te laten keuren. De ceremoniemeester proeft van het water en verbaast zich: “zulke goede wijn heeft hij nog nooit geproefd”.

In een van de verpleegtehuizen waar ik werk, woont tegenwoordig mw X. Mw X was vroeger dominee. Ze is in de war en er is slechts moeilijk contact met haar te maken. Pal voor de kerkdienst, waarin ik voor zou gaan, vroeg ik aan haar of zij dit keer de Schriftlezing zou willen doen. “Ja hoor, dat wil ik wel,” zei ze, “ik moet het dan wel even voorbereiden”.
Ik gaf haar het papier waarop ik in grote letters het Bijbelverhaal had afgedrukt. Toen ze even later door de koster op de eerste rij werd neergezet, hield ze het papier goed vast, maar ik heb haar er niet meer op zien kijken.
De dienst begon. We zongen. Ze besefte niet dat ze steeds een bladzij moest omslaan. Haar buurvrouw moest haar helpen. Toen was de Schriftlezing aan de beurt. Ik zei door de microfoon: “Ik ben niet de enige dominee hier in de kerk. Er is hier nog een dominee, mevrouw X, zij is ook dominee, ds X. Ze woont hier in huis. En vandaag doet zij de Schriftlezing.” Ik liep naar haar toe en hielp haar het podium op, voetje voor voetje. Ze leunde zwaar op mijn arm. Achter de tafel aangekomen legde ik het papier met het Bijbelverhaal op de lessenaar. En ik trok me terug.

En toen veranderde ze. Volkomen. Ze stond daar niet langer als een verwarde vrouw, maar als een dominee die wist wat ze wilde, stevig op haar benen, wat wijdbeens, de vingertoppen van beide handen rustend op het tafelblad. Ze keek de mensen aan en zei, luid en duidelijk:
“De Schriftlezing van vanmorgen is genomen uit ….” – ze keek even op het papier – “uit Johannes 2, het verhaal van de bruiloft te Kana”.
Vervolgens las ze het hele verhaal van de bruiloft te Kana voor, op rustige toon, krachtig en prachtig, bijna alsof het over haarzelf ging. En dat ging het ook. Het ging over haar.

Van opzij stond ik te kijken. Ik voelde tranen opkomen en ik hoorde later dat ik niet de enige was. Hier, door de lezing die zij hield, zagen we voor onze ogen een verandering optreden, die als twee druppels water leek op water dat wijn werd. Toen ze uitgelezen was, keek ze de mensen aan. Het was heel stil geworden in de kerk. Ik liep op haar af. Ik raakte haar arm aan. “Zal ik u weer naar uw plaats brengen?” Mw knikte. Ze vroeg met een zacht stemmetje: “Was het goed?” Ik antwoordde: “U heeft prachtig gelezen, het was geweldig!” Toen ze zat, bedankte ik haar nogmaals, maar nu door de microfoon. Ze knikte me vriendelijk toe, met echt zo’n beleefd domineesknikje. Ik heb daarna nog wel wat verteld over het verhaal van de bruiloft te Kana, maar dat was eigenlijk al niet meer nodig. Want we hadden het voor onze eigen ogen gezien hoe mw X weer helemaal de oude ds X was geworden.

De rest van die zondag, en maandag en dinsdag was ze veel rustiger en veel vriendelijker dan eerst. Het leek wel alsof ze zichzelf weer teruggevonden had. Het wonder was opnieuw gebeurd.

 

Column radio Fryslân, 19 januari 2014, 8.45 uur.