En te licht bevonden.

En te licht bevonden? (Kerblad PS, maart 2010)

Bovenstaand zinnetje is vast wel bekend. Het komt uit Daniël 5:27. Koning Belsassar houdt groot feest en opeens verschijnen er geheimzinnige tekens aan de wand. MENE MENE TEKEL UFARSIN. Als Daniël wordt geroepen om te verklaren wat er staat, legt hij uit dat God de dagen van het koningschap van Belsassar gewogen heeft, te licht heeft bevonden en aan de Meden en de Perzen geeft.

Geheime teksten?

Tot enige tijd geleden werd er wel beweerd dat de kerk geheime boeken achterhield. Die boeken zouden lijnrecht tegenover de boodschap van de kerk staan en daarom zou de kerk ze achter houden. Voor zover ik dat kan overzien, is die bewering je reinste flauwekul. Het past wel in een tijd waarin overal complotten achter werden gezocht. Over de rollen van Qumran werd dat bijvoorbeeld beweerd. In 1948 werd in Qumran een complete bibliotheek gevonden met zo’n 800 handschriften of snippers van handschriften waarvan we de meesten niet kenden. In boek en op microfilm zijn deze handschriften echter allemaal te lezen en juist de Rijksuniversiteit Groningen heeft hierin leiding aan het internationale onderzoek gegeven. Toen er bij Nag Hammadi 48 verschillende geschriften werden gevonden, werd ook hier van ‘kerkelijke verduistering’ gesproken, opnieuw ten onrechte. Ook van sommige evangeliën werd het wel beweerd, maar ook dat is onzin. Er zijn inderdaad veel meer evangeliën verschenen behalve dat van Matteüs, Markus, Lukas en Johannes. Om maar wat te noemen: we kennen ook het evangelie van Maria, van Thomas, van Judas, van Filippus, van Jakobus, van de Hebreeën, van de Nazorenen, van de Ebionieten, van de Egyptenaren, van Petrus, het ‘geheime’ evangelie van Markus en zelfs geschriften als ‘de handelingen van Pilatus’ en ‘de afdaling van Jezus naar het rijk van de doden’. Al die geschriften zijn publiek bezit. En zelfs al zou de kerk wat willen achterhouden, in onze tijd van onafhankelijke wetenschappers is dat ten enen male onmogelijk.

Geheimzinnig!

Het boeit wel, zulke geschriften. Mensen als Dan Brown slaan daar hun slag uit. Want als er iets duidelijk is geworden, dan is het dat de 66 boeken van de Bijbel bepaald niet de enige boeken zijn die in Joodse en Christelijke kring verschenen. Je wordt er nieuwsgierig van en uit nogal wat boeken haalt men tal van interessante gedachten uit die boeken naar voren. Dat men daarbij weer andere passages weglaat (bijvoorbeeld het uiterst vrouwonvriendelijke beeld dat het slot van het Thomas-evangelie waar gezegd wordt dat de vrouw eerst man moet worden voordat ze zal ingaan in het koninkrijk van de hemelen), wordt daar niet bij gezegd.

Gewogen en te licht bevonden?

Als er één ding duidelijk is, staan de Bijbelboeken die in onze Bijbel zijn terechtgekomen dus in een veel bredere traditie. Een traditie waar we door allerlei vondsten wat meer van te weten komen. Dat maakt die andere boeken dus ook belangrijk, zeker als ze vroeger dan bepaalde Bijbelboeken zijn ontstaan en elementen daaruit gebruikt worden. Voor mijn eigen studie van het Nieuwe Testament vind ik de rollen die in Qumran gevonden zijn, erg belangrijk. Ze laten zien dat het Jodendom opmerkelijk losjes met de teksten die hen waren overgeleverd omsprong. Hele verhalen werden gewoon herschreven om in nieuwe omstandigheden opnieuw van betekenis te zijn en in feite zien we dat ook binnen de Bijbelboeken zelf. Mogelijk nog belangrijker is dat ze ons een beeld geven van het veelkleurige Jodendom in de tijd van Jezus. De schrijvers van het Nieuwe Testament gebruikten namelijk ook materiaal uit de boeken der Makkabeeën, Tobit, Wijsheid en anderen. Toch worden deze boeken niet tot de Bijbel gerekend. Dat komt omdat de kerk voor wat betreft het Oude Testament de Joodse canon (de Tenach) heeft overgenomen. Dat is de lijst met boeken die de Joden als gezaghebbend beschouwden. De grenzen van de boeken die daar wel en die daar niet bij hoorden waren overigens behoorlijk vloeiend. Over sommige boeken is lang gestreden voordat ze hun plek kregen. En ook omgekeerd: in de Griekse vertaling van de boeken die wij Oude Testament noemen zijn de boeken die ik daarnet noemde wel weer opgenomen.

Ook de vroege kerk heeft er een tijd lang over gedaan tot men besloot welke boeken ze wel en welke boeken ze niet canoniek verklaarden. Met kennis van nu zouden de vroege kerk wellicht een aantal van de huidige Nieuwtestamentische brieven (een aantal blijken niet van Paulus te zijn, maar op zijn naam te zijn gezet) alsnog niet tot die lijst toelaten, maar ik ben eigenlijk wel erg gelukkig met de keuze die men toen maakte.

Gezag.

De vraag komt terug. Welke boeken hebben gezag en welke niet? Het gaat er maar om wat je onder gezag hebben verstaat. Gaat het dan over waar zijn in de zin van letterlijk zo gebeurd? Of gaat het dan over gezag hebben? Voor mij hebben die woorden gezag die mij duidelijk maken dat God nog steeds afdaalt in ons bestaan. En dat kom ik op ontzettend veel plaatsen in de boeken van de Bijbel tegen. En al is het in mindere mate: ik kom dat ook wel in boeken buiten de Bijbel tegen. Sterker nog, soms zelfs in medemensen die me vertellen van hun ervaring in het leven, waarin God hen heel nabij kwam. Zoals daarginds, bij Belsassar, waar opeens die woorden op de wand verschenen, woorden die hij echter naast zich neer legde. Met fataal resultaat.

Aart C. Veldhuizen.